Er zit fijn stof in de lucht. Of is het fijnstof? Mijn mailbox loopt al twee weken over van de meldingen dat er een spatiefout staat op de website van de KNMI. Daar verscheen twee weken geleden namelijk het bericht dat eigenaren van een smartphone binnenkort 'fijn stof' kunnen meten in de atmosfeer. "Dat is fijn: stof meten in de atmosfeer", reageren veel spatiespeurders. En vervolgens tikken ze het KNMI op de vingers, want het moet natuurlijk 'fijnstof' zijn. Maar is dat wel zo?
Het is een vraag die regelmatig bij SOS binnenkomt: is het 'fijn stof' of 'fijnstof'? Het antwoord is heel vervelend: daar zijn de geleerden nog niet uit. Van Dale schrijft 'fijn stof' met een spatie. En dat is eigenlijk ook wel logisch, want het is gewoon een combinatie van het bijvoeglijk naamwoord 'fijn' en het zelfstandig naamwoord 'stof'. Het stof is heel fijn, en dat is dan dus 'fijn stof'. Het contact dat je met iemand hebt, kan ook fijn zijn; dat heet dan 'fijn contact', en heus geen 'fijncontact'.
Met deze twee voorbeelden kun je ook meteen zien dat 'fijn' twee dingen kan betekenen: ten eerste 'klein, niet grof', maar daarnaast ook 'plezierig, aangenaam'. En het fijne stof is natuurlijk helemaal niet plezierig of aangenaam! Misschien komt het wel door die mogelijke verwarring dat steeds meer mensen bij 'fijn stof' tegenwoordig de klemtoon op fijn leggen in plaats van op stof. Dat geeft aan dat men 'fijn stóf' steeds meer als 'fíjnstof' gaat zien. Als je het als één woord uitspreekt, moet je het ook als één woord schrijven. Een vergelijkbare ontwikkeling hebben we in het verleden gezien bij woorden zoals 'hogeschool', 'rijkelui' en 'rodekool'. Het lijkt een kwestie van tijd tot 'fijnstof' ook zo in Van Dale en het Groene Boekje komt te staan.
We kunnen dus alleen maar constateren dat KNMI het correct schrijft, en dat als die spatiespeurders die KNMI dachten te kunnen betrappen het bij het verkeerde eind hebben. Nog wel.