In de column van afgelopen zaterdag gaat Youp van 't Hek voor een jeugdanekdote meer dan veertig jaar terug in de tijd. Hij schrijft over de tijd dat de deelnemers aan het tennistoernooi op 't Melkhuisje nog gewoon bij 'Brenninkmeijerachtige families' thuis sliepen. En daar speelden de tennishelden dan 's ochtends een partijtje tegen de vrouwen des huizes. 'Dubbele namendames' noemt Youp die vrouwen, maar dat klopt natuurlijk niet. Het is namelijk niet zo dat alle namendames in tweevoud zijn uitgevoerd. Nee, de dames in de Brenninkmeijerachtige families hebben veelal dubbele namen - dat zijn dus dubbelenamendames.
(Als vier van die dames op de baan samen een balletje slaan, is dat de dubbelenamendamesdubbel. Maar dat terzijde.)