Het gebruik van lettertekens om teksten vast te leggen, is enkele duizenden jaren voor het begin van onze jaartelling ontstaan. Oorspronkelijk waren die teksten vooral bedoeld om informatie vast te leggen, en het was dus nog niet zo belangrijk dat de tekst ook gemakkelijk te lezen was. Vandaar dat men in het Latijn eerst nog alle teksten in een lange reeks hoofdletters schreef.
Dat dat een onleesbare brij aan letters opleverde die soms moeilijk te ontcijferen was, was nog niet zo erg. In de loop der tijd werden teksten steeds meer voor communicatie gebruikt, werden wetten en regels op schrift vastgelegd en gingen mensen ook voor hun plezier lezen. Toen werd het ook steeds belangrijker dat de tekst gemakkelijk en zonder misverstanden te lezen was.
De Romeinen gingen in de loop der tijd steeds vaker tekens gebruiken om de woorden in hun tekst van elkaar te scheiden. Spaties bijvoorbeeld, maar in het begin ook nog punten en streepjes. In de tekst op de foto (genomen in het Techniekmuseum in Milaan) kun je zien dat tussen de woorden steeds netjes een puntje staat. Dat maakt het lezen al een stuk gemakkelijker.