"Barokmuziek in een barok kerkje" Als je die krantenkop zo ziet, zou je toch denken dat er minimaal één fout in staat. Want als 'barokmuziek' goed is, moet het toch ook 'barokkerkje' zijn. En als 'barok kerkje' goed is, moet het toch ook 'barok muziek' (of 'barokke muziek') zijn...
Nee, niet. Want 'barok' is zowel een zelfstandig naamwoord als een bijvoeglijk naamwoord. Als zelfstandig naamwoord is het de aanduiding voor een stijlperiode, die werd gekenmerkt door overdadige vormen en geëxalteerde gevoelsuitdrukkingen. Het bijvoeglijk naamwoord wordt gebruikt voor dingen die behoren tot die stijlperiode, maar ook voor andere dingen die onregelmatig, grillig of overladen zijn.
Samenstellingen met het zelfstandig naamwoord schrijven we aaneen (zoals in 'barokmuziek'). Maar als we 'barok' bijvoeglijk gebruiken, schrijven we het los (zoals in 'barok kerkje'). Als je wilt weten welke variant je precies moet gebruiken, komt het een beetje op je gevoel aan. Blijkbaar doe je het niet snel fout. Maar bedenk dat iets best barok kan zijn, zonder dat het uit de gelijknamige periode stamt. Misschien is het kerkje pas vijftig jaar geleden gebouwd, maar wel in een barokke stijl opgetrokken. Dan is het dus geen 'barokkerkje' maar een 'barok kerkje'.