Edwin A. Abbott schreef in 1884 een mooi boek met de titel 'Flatland'. Het boek gaat over een vierkant dat in tweedimensionale (platte) wereld woont en die geconfronteerd wordt met de derde dimensie. Voor een vierkant in een plat vlak is die derde dimensie net zo moeilijk voor te stellen als de vierde dimensie voor ons. Het boek is in 1886 in een Nederlandsche vertaling verschenen onder de titel 'Platland'. De foto op deze pagina is uit een druk uit 1915. Aan het taalgebruik is goed te zien dat het om een wat oudere versie van het Nederlands gaat. Zo heeft men het over 'geenen deele' en 'toovenaars'. Maar ook over 'oude wijven praatjes', met allemaal spaties ertussen. En dat was toen net zo fout als nu!
(Ik filosofeer nog even verder over leestekens en dimensies. Een vraagteken bestrijkt twee dimensies, en de meeste uitroeptekens één. Heeft een punt dan nul dimensies? En de belangrijkste vraag: hoeveel dimensies heeft een spatie?)
