Een 'kerst aanbieding': koffie met 'walnoten taart' of 'chocolade taart'. Een mooie verzameling onjuiste spaties in één foto gevangen. Het leuke is hier dat 'walnoten taart' met een spatie op zich best goed zou kunnen zijn, wanneer 'walnoten' hier als een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord is gebruikt. In dat geval zou de taart dus helemaal van walnoten gemaakt moeten zijn. Andere voorbeelden van stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden zijn 'hout' (een houten plank), 'metaal' (een metalen buis) en 'leer' (een leren bal). Bij een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord schrijven we altijd een n aan het eind. Ook 'chocolade' kan als stoffelijk bijvoeglijk naamwoord worden gebruikt. Een taart die helemaal van chocolade is gemaakt, noemen we een chocoladen taart. Daar lijkt in het voorbeeld van deze foto dus geen sprake van...