Deze is wel een beetje lastig. In principe is 'privé' gewoon een bijvoeglijk naamwoord en een terrein kan dus best privé zijn: een 'privé terrein' dus. Maar toch staan er in Van Dale en het Groene Boekje een groot aantal samenstellingen met 'privé' die aaneengeschreven worden: 'privégebruik', 'privésector', 'privérekening', 'privébezit', 'privéleger'... In dit soort gevallen is het handig om gebruik te maken van de klemtoonregel: spreek het woord (of de woorden) hardop uit. Als je maar één klemtoon hoort, moet het woord aaneengeschreven worden. En als je meer dan één klemtoon hoort, moet er een spatie gebruikt worden. Nou hoor ik zelf bij 'privéterrein' maar één klemtoon... geen spatie dus.